Doet het ergens pijn?
- Wim

- 15 jun
- 2 minuten om te lezen
Aan alles merk ik dat het leven hier op het platte land van Frankrijk anders is. En dat is soms best even wennen. Als ik naar de supermarkt ga, dan wil ik even snel boodschappen doen, zo leuk is het immers niet. De Franse logica van winkelindeling is daarbij best lastig en de Franse etiketten maken het ook al niet gemakkelijker om de juiste producten te traceren. Maar uiteindelijk lukt het altijd.

Maar dan is er de kassa. Daar wordt me duidelijk dat ik anders ben geprogrammeerd. Soms is het net een āsociale hangplekā. Klanten hebben alle tijd; alsof ze niets beters te doen hebben. En ook de cassiĆØres zijn vriendelijk en doen rustig hun werk, hoe lang de rij ook is. Het is vooral een sociaal gebeuren: het scannen van de boodschappen is immers een uitstekend moment om bij te praten. Een klant pakt rustig haar tassen in, ook als de cassiĆØre het totaalbedrag noemt. Daarna is het zoeken naar de portemonnee (vaak onder in de volle tas), de eventueel zoekgeraakte klantenkaart, zegeltjes of het uitschrijven van een cheque, zodat er kan worden afgerekend. Grrrr, wat duurt het allemaal lang.
Want hoe anders is dit dan in Nederland, waar alles vooral snel en efficiĆ«nt moet verlopen. Ik heb duidelijk iets te leren want deze manier van werken heeft ook iets moois. Er wordt even echt contact gemaakt; het zijn momenten van onverdeelde aandacht voor elkaar. De cassiĆØre is geen anoniem verlengstuk van de kassa, evenmin is de klant een slome ācash cowā. Het zijn twee mensen die elkaar echt zien; er is respect over en weer.
Natuurlijk is dit āĆ la campagneā en is het in de Franse steden vergelijkbaar met Nederland; snel en efficiĆ«nt. Hier in de dorpen is er veel meer persoonlijk contact. Nagenoeg iedereen die je tegenkomt, groet elkaar en vaak wordt een gesprekje aangeknoopt. Nu is mijn Frans nog beperkt maar lokale mensen doen hun best om je te begrijpen. Ze stellen het klaarblijkelijk op prijs dat je moeite doet om de taal te (leren) spreken.
En dat voelt hetzelfde als destijds op de ācaminoā naar Santiago de Compostella. Pelgrims keken elkaar even aan met onverdeelde aandacht en begroetten elkaar. Vaak liepen we vervolgens een stuk samen op, al spraken we een andere taal. Het was letterlijk āont-moetenā; er was wederzijds respect zonder verplichtingen.
En respect is voor mij een belangrijke kernwaarde. Het is een waarde die de kwaliteit van elke relatie en zelfs een hele samenleving bepaalt. En een waarde die we in verstedelijkte gebieden langzaam lijken te vergeten. Hoe vaak heb ik me niet geƫrgerd aan mensen die niet reageren als je ze groet of zelfs ronduit onaardig zijn als je ze iets vraagt. Waarom is dat toch? Zijn we echt zo individualistisch, of opportunistisch dat we elkaar niet meer nodig denken te hebben? Of doet het misschien ergens pijn om aardig te zijn?





Opmerkingen